Opel mág weer

Het gaat wel weer lekker met Opel. Na enkele jaren van uitgesproken treurnis zijn er nu eindelijk verheugende zaken te melden, ook al gaat de grote, maar geldverslindende fabriek in het Duitse Bochum volgend jaar onherroepelijk dicht.

De voornaamste reden dat Opel weer een toekomst heeft ligt aan een totaal omgedraaide instelling bij de bovenbazen van General Motors in Detroit. Tot voor vrij kort heerste daar de mening dat ze Opel – en het Britse stickermerk Vauxhall – maar beter van de hand konden doen, of wellicht beter nog geheel in Chevrolet op konden laten gaan, daarbij gemakshalve even vergetend dat toen GM zélf in die vreselijke crisis verkeerde (en door Obama werd gered) de Europese winsten maar wat welkom waren.

Fors investeren
Inmiddels is het roer totaal omgegooid: Opel mág weer, want GM gaat weer fors investeren, maar alleen na een ingrijpende reorganisatie die met name een eind moet maken aan de dodelijk overproductie. In eerste instantie is vier miljard euro in het vooruitzicht gesteld, hoofdzakelijk voor het introduceren van nieuwe modellen. De eerste vruchten werpt die nieuwe politiek al af, want waar (over het eerste halfjaar van 2013) ook vrijwel alle Opel modellen Europees gezien door de algemene verkoopdaling worden getroffen, zijn het de nieuwelingen die lekker scoren. De kleine en blitse Adam met 26.214 exemplaren en de mini-SUV Mokka meteen al met 43.548 stuks. En ook de fraaie cabriolet Cascada doet het, uiteraard op veel geringere schaal, goed met bijna vierduizend verkopen.

Maar er wordt ook fors geïnvesteerd in technische vernieuwing en dat is volstrekt terecht. Want waar de gehele Opel-lijn nu vol zit met lekker-ogende moderne modellen, was het in de machinekamers oude troep. Rokerige, lawaai schoppende en trage diesels, waarvan sommige nog dateerden van het Japanse Isuzu, en te onzuinige en 'vuile' benzinemotoren. Nu is het plan alle drie de motorenfamilies geheel te vernieuwen – en dan gaat het in de periode tot 2016 om liefst 13 geheel nieuwe motoren – en bijbehorende nieuwe transmissies.

1.6 SIDI en 2.0 CDTI
Met de middelste groep konden we onlangs al even kennismaken, maar vorige week hebben we echt uitgebreid kunnen rijden met de nieuwe 1,6-liters, een benzinemotor en een diesel. De 1,6 SIDI (Spark Ignition Direct Injection) die eerder al in de nieuwe Cascada debuteerde, blijkt geknipt te zijn voor de Astra, zo konden we in Oostenrijkse heuvels vaststellen. Zijn lekker vlot, want vrijwel zonder turbogat, parate 170 pk en het smakelijke koppel van 280 Nm geven lekkere prestaties, waarbij zowel geluidsniveau als brandstofverbruik bewonderenswaardig laag blijven. Hij zit of komt in alle Astra’s, de Zafira en straks ook in de vernieuwde Insignia. Volgend jaar komt er ook een versie van met 200 pk.

Met de dieselvariant (136 pk en wel 320 Nm) konden we alleen nog in de Zafira Tourer rijden, maar ook die komt in de andere modellen ter beschikking. Ook deze krachtpatser is muisstil en mooi zuinig: in de Zafira gemiddeld 4 l/100 km, een record in deze klasse – en hij voldoet al aan Euro-6.

1.0 liter driecilinder
Op de IAA volgende week heeft Opel ook al nieuws in de kleine motorenfamilie, want daar wordt het beloofde driecilinder éénliter turbomotortje ten doop gehouden. Eindelijk een fiscaal gunstige krachtbron voor die leuke Adam – en natuurlijk ook voor andere modellen als Corsa, Astra en Mokka. Volgens Opel is het een wonder van ‘loopcultuur’, mede dankzij een voor dit soort motoren onontbeerlijk geachte balansas – hoewel Ford dat perfect anders heeft opgelost. De hele autopers staat te trappelen om hem te vergelijken met de revolutionaire driepitters van Ford én natuurlijk de tweecilinder van Fiat.

Monza
In Frankfort onderstreept Opel het nieuwe elan ook nog eens door een hoogst interessant prototype te tonen, dat de enigszins nostalgische naam Monza heeft gekregen. En de Monza was indertijd (eind jaren zeventig) de miskende, maar voortreffelijk rijdende coupé-versie van de ook al niet misselijke Senator. Eén van de fijnste Opels ooit.

Hoewel, met vooral Adam, Cascada, Astra, Meriva en Insignia bouwt Opel momenteel de beste auto’s uit hun hele geschiedenis. En daarmee verdient het merk die hoopvolle investeringen vanuit Detroit beslist.