Beide Franse concerns, PSA, ofwel Peugeot en Citroën, en Renault kennen dit jaar marktverliezen in Europa met dubbele cijfers. Zo erg als het Europese verlies van Ford, met niet minder dan 29 procent, is het met de Fransen nog niet gesteld, maar de minus 12% voor PSA in Europa (en min 10% op de thuismarkt) wordt overtroffen door de -13 % van Renault in Europa en -21% in Frankrijk. PSA heeft inmiddels besloten de vrij moderne Citroënfabriek te Aulnay, even boven Parijs geheel te sluiten.
Renault gooit het over een andere boeg, door sterk te (gaan) bezuinigen op de productie van en op de auto’s zelf. Ruwweg zou je die maatregelen kunnen omschrijven als de ‘Dacianisering’ van Renault zelf.
Ook Peugeot heeft plannen tot verschraling van sommige modellen, maar reserveert die vooraleerst voor de opkomende exportmarkten. Renault daarentegen ziet de winsten op vooral hun zo moeizaam op gang gekomen, maar nu riant lopende productie voor en in India oplopen.
Op een Europese markt die dit jaar waarschijnlijk uitkomt op een min van minimaal 5 procent, maar die over de maand augustus een min vertoont van 8,9% – en dat is de elfde achtereenvolgende minus-maand – slaan de Fransen dus een slecht figuur, maar niet het allerslechtste. Dat doet de Europese tak van Ford dus, waar voor redding wordt gehoopt op de ultra-zuinige driecilindermodellen, op de vernieuwde Fiesta en op de nieuwe Mondeo.
Liefst acht van de tien Europese automerken zitten in de rode cijfers, hetgeen zal leiden tot het laagste Europese verkooptotaal in 22 jaar. De Duitse markt, toch in het land met de sterkste economie, daalt als met -4,7%, de Franse met -13% en de Italiaanse zelfs met -20%. Gek genoeg lijken de Spanjaarden op een plus van 3,7% af te stevenen, maar daar was 2011 een absoluut rampjaar. De kwalijke Spaanse markt is voor een groot deel debet aan de Franse problemen, aangezien beide concerns sterk op het Iberisch schiereiland gericht zijn.
Van de Europese concerns doet eigenlijk alleen de Volkswagengroep het goed, met tot nu toe een plus van 1,6 procent, al zit VW zelf 3,3% in de min, hetgeen goed wordt gemaakt door groei bij Audi, 8% zelfs, en Skoda waar Seat bar slecht gaat. Bij Mercedes-Benz wordt de schade, met -0,3% nog beperkt gehouden, maar aartsrivaal BMW scoort ondanks al hun nieuws Europees opeens -12%. Bij beide topmerken maken de overzeese (en Russische) verkoopstijgingen die Europese minnen meer dan goed. Dat geldt ook voor Fiat, waar het Europese gigaverlies van -18% ruim wordt gecompenseerd door de ruime winsten van Chrysler in vooral de VS zelf.
Het is dus begrijpelijk dat alle automerken (natuurlijk ook de niet-Europese, maar die laten we hier even buiten beschouwing) hun heil buiten Europa zoeken. En aangezien hier geen ommekeer wordt verwacht, zeker niet vóór 2015 en misschien wel helemaal niet, zullen de productoffensieven ook sterker op die nieuwe internationale klantenkringen worden gericht. Nu nog is ‘de’ Europese auto het ideaalvoorbeeld, zowel technisch als designmatig, maar daar zal absoluut verandering in komen.