Voor Opel in ieder geval wel. Toch zie je bij de Insignia duidelijk invloeden van andere (al dan niet) concullega modellen. Het lijkt alsof ze diverse puzzelstukjes hebben verzameld om daar vervolgens één auto van te maken. Kijk je en profil met een scheef oog naar de kont dan zie je bijvoorbeeld wat BMW 5-serie lijnen, zelfs inclusief Hofmeister-knik in de C-stijl. Dat maakt de Opel verre van saai, laat dat duidelijk zijn. Zeker ‘onze’ Insignia 2.0 Turbo 4x4 Sport met die grote (optionele) 20-inch wielen, die op hun beurt weer sterk doen denken aan de wielen die de optielijst van de Volkswagen Passat sieren.
Vierdeurs coupé?
Opel maakt met de Insignia qua design een minimaal verschil tussen de sedan en hatchback. Het lijnenspel volgt geheel volgens de laatste trend in autoland de contouren van een vierdeurs coupé. En dat geldt voor beide carrosserievarianten. Dus, zeg het maar: in welke categorie schaart deze afgebeelde Insignia zich? Je weet het niet hè? Oké, we zullen het maar verklappen. Dit is een sedan. Jawel. En waaraan kun je het verschil herkennen? Simpel. Gewoon de achterklep openen en kijken of de ruit mee omhoog beweegt. Bij het testexemplaar blijft de ruit dus verankerd aan de C-stijl en het dak. Natuurlijk, er zijn wel verschillen te ontdekken, maar alleen als je over een vergrootglas beschikt. En dat hebben we niet, helaas… De achterruit is dus een vast gegeven, maar de toegang tot de bagageruimte is allerminst krap. Nee, de opening is voldoende groot en daarachter openbaart zich een riante laadruimte waarin je zo’n beetje je gehele inboedel kunt verstoppen. De inhoud bedraagt 500 liter en is te vergroten tot maximaal 1.010 liter. De scharnieren die de achterklep op zijn plek houden verdwijnen mooi in de uiterste hoeken van de kofferbak en belemmeren geenszins de ingeladen ‘vracht’.
Eerste exponent
De Insignia is volgens Opel de eerste exponent van een geheel nieuwe generatie Opel-modellen. Laten we het hopen, want zo’n pretje zal het momenteel -vanwege geldproblemen van moederconcern GM- niet zijn in de Opel-keuken. Feit is wel dat de Insignia de Vectra in alle opzichten doet vergeten. Om een serieus graantje mee te kunnen pikken in het D-segment is een fors aantal motoren dan ook een must. En daar geeft de fabrikant gehoor aan door vier benzinemotoren en drie diesels in de prijslijsten te zetten. Of ja, eigenlijk één oliestoker, een 2.0 liter, die in drie vermogensvarianten (110, 130 en 160 pk) in de prijslijsten komt. Wij maken kennis met de 2,0-liter Turbo, de derde telg in de motorenhiërarchie. Er zijn namelijk ook nog twee minder potente, ongeblazen krachtbronnen voorradig, een 1.6 en een 1.8. Topmodel vormt (vooralsnog) de 2.8 V6 Turbo. Goed, terug naar de 2.0 Turbo, die in dit geval ook nog eens zijn krachten over alle vier de wielen verdeelt. En kracht heeft ie genoeg. Hij schopt het tot 220 pk en 350 Nm aan koppel. Wegspurten geschiedt dankzij het 4x4-systeem geheel zonder wielspin en je schiet daarom mooi lineair in 7,7 tellen naar de honderd. Inderdaad, mooi lineair zonder dipje in acceleratievermogen. Wie tot het uiterste wil gaan, kan de snelheidsmeter 240 km/h laten aanwijzen. Ondanks dat deze Sport-uitvoering optioneel is voorzien van 20-inch stuiter je niet over het asfalt. Nee, de afstemming is keurig comfortabel gehouden. Wil je toch meer de sportieve kant op, kies dan voor het Flexride-systeem waarmee je de karakteristiek van het onderstel, besturing en reacties op het gaspedaal op scherp kunt zetten. Over de besturing gesproken. De bekrachtiging steekt zijn aanwezigheid niet onder stoelen of banken. Je hoeft nauwelijks kracht te zetten om het rad rond te draaien. Iets minder bekrachtiging zou wenselijk zijn. Eenmaal ingestuurd krijg je ook (te) veel hulp. De standaard handgeschakelde zesbak ligt lekker in de hand en wisselen van verzet gaat prima, zij het dat het aangrijppunt van de koppeling niet altijd even gemakkelijk te vinden is. En dat resulteert af en toe in een ietwat schokkerige gangwissel.
Big brother
De Insignia zit vol met nieuwe technieken. Zo biedt Opel onder meer Adaptive Forward Lighting (AFL). De koplampen nemen desgewenst het heft in eigen hand waarbij de elektronica kan switchen tussen negen standen en je als bestuurder zodoende altijd over de juiste lichtopbrengst beschikt. Klinkt leuk in theorie. Helaas hebben we niet de proef op de som kunnen nemen vanwege een storing aan de apparatuur. Jammer. LED-techniek is hot. Ook in autoland. En jawel, ook in de koplampen van de Insignia ontbreekt een dergelijke dagrijverlichting niet. Verder is daar nog het Opel Eye-systeem. Uiteraard ook tegen meerprijs. Een speciale camera ‘leest’ verkeersborden en projecteert de bruikbare beelden op het display in het instrumentarium. Het is nog niet zo dat ie vervolgens ook zelf afremt, mocht je te hard rijden op een bepaald traject. Dat is wellicht de volgende stap in de ontwikkeling.
Al met al vormt de Insignia een welkome aanvulling voor Opel. Hij laat de Vectra in vrijwel elk opzicht ver achter zich. Erg zuunig is ie overigens niet, deze 2.0 Turbo. Volgens de fabriek verstook je iedere 100 kilometer gemiddeld 10,9 liter benzine (D-label). Eén op tien of zelfs nog iets minder is eerder regel dan uitzondering. De Insignia sedan is er vanaf 26.995 euro voor de 115 pk sterke 1.6. De 2.0 Turbo 4x4 Sport vergt een minimale investering van 40.395 euro.
Schrijf een review