Het zijn grote stappen in de historie, maar het is onmogelijk om in korte tijd de hele geschiedenis van Volkswagen te omvatten. Onmogelijk, omdat het merk tot zo'n enorme volume is uitgegroeid. Vandaar even de 'memory lane ' op met drie toppers.
Gigantisch
Vraag iemand om een Volkswagen te noemen en grote kans dat er ook anno 2017 nog ‘Kever’ wordt geroepen. Niet vreemd, dit typisch gevormde model werd feitelijk al voor de Tweede Wereldoorlog ontwikkeld en bleef tot nog niet zo heel lang geleden in redelijk oorspronkelijke vorm in productie. Het model heeft de eer de meest geproduceerde auto van hetzelfde type ter wereld te zijn met meer dan 27 miljoen eenheden. Gigantisch!
Bolle vormen
Kevers zijn er in veel soorten en maten. Ook al bleef de vorm in basis al die jaren behoorlijk gelijk, de verschillen tussen de bouwjaren, motor- en carrosserievarianten kunnen groot zijn. De bolle vormen, de motor achterin, de staande pedalen en verwarming door middel van warme lucht vanuit de motorruimte, die basisbeginselen bleef de Kever altijd trouw. Het model werd ook over de hele wereld gebouwd en waar nodig aangepast aan de plaatselijke eisen.
Mexicaans
Pon had bij de presentatie van 70 jaar Volkswagen in Nederland twee exemplaren van het beroemde model gereed staan. Een exemplaar uit 1950 met gedeelde achterruit, een Kever in de meest pure vorm nog met een volledig ongesynchroniseerde versnellingsbak. En deze Mexicaanse Kever in een technische variant die nog het meest aansluit bij de Europese uitvoering uit de jaren zeventig. Een simpele 1200 die hier en daar door de jaren lichtjes is gemoderniseerd. De latere Europese Kever, de 1303, beschikte over een bolle voorruit, gemoderniseerd dashboard en een grotere motor. Die veranderingen werden in Mexico niet doorgevoerd. Dat dit grijze exemplaar uit 1987 stamt, betekent dat het een van de laatste auto’s is die in Nederland officieel werd geïmporteerd.
Kilometerstand
Pure nostalgie zo’n Kever. En dat gevoel wordt niet alleen opgewekt door de vormgeving en inrichting, maar krijgt ook bijval van de vertrouwd klinkende 1,2 liter boxermotor. Draaien aan de sleutel en de viercilinder slaat direct aan. De auto rijdt als een nieuwe en dat is ook niet vreemd gezien de zeer bescheiden kilometerstand. Grappig is dat van de drie Volkswagens die worden gereden deze Kever het meest modern aanvoelt.
Middenklasse
En dat terwijl de knalgele Golf uit 1976 natuurlijk veel moderner is qua concept. Dat uit zich onder meer in voorwielaandrijving, watergekoelde motor voorin en een voor die tijd hypermoderne hatchbackcarrosserie. In dit geval een driedeurs, maar Volkswagen bouwde eveneens vijfdeursvarianten. Auto’s die veelal in felle, opvallende kleuren werden geleverd, want naast geel, wat midden jaren zeventig heel gebruikelijk was in de middenklasse, werden ook appelgroen, rood en oranje geleverd. Dit vroege exemplaar heeft een groen stoffen interieur waarvan de stof netjes heel is gebleven. Een bekleder kan relatief eenvoudig de kussens weer stevig maken, zodat ook qua comfort het niveau van nieuw uit de jaren zeventig haalbaar is. De 1,1 liter motor voorin was destijds de kleinste van het stel die niet uitblinkt in souplesse. Een prima ding voor alles behalve de snelweg. De vierbak voelt vertrouwd aan, terwijl de motor qua geluid niet direct een herinnering opwekt. Dat komt vooral omdat de grotere motorvarianten in het hoofd zijn blijven kleven.
Afwerking
Wat nog meer aan de Golf opvalt zijn de smalle raamstijlen en vooral ten opzichte van de Kever veel grotere ruiten. Aan het dashboard is meer vormgeving besteed en ook de afwerking is meer op niveau. De Kever bleef wellicht te lang in productie, omdat de Golf aan de late kant kwam. Maar het model zorgde wel voor een gigantische opleving van het merk en sloeg daarmee meteen de spijker op z’n kop. Miljoenen exemplaren volgden tot en met de huidige zevende generatie.
Bus
Veel bedrijven en bedrijfjes en ook alleen werkende ambachtslieden maakten in de jaren vijftig, zestig en ook zeventig gebruik van de Volkswagen Transporter, in de volksmond Volkswagen Bus genaamd. Feitelijk qua concept de bestelversie van de Volkswagen Kever. Want ook de Transporter droeg de motor achterin. De bestuurder heeft een positie bovenop de vooras en de ruimte ertussen wordt voor lading of passagiers aangewend. Iedereen die de genoemde jaren bewust heeft meegemaakt, kan zich wel een van de generaties herinneren. De bolle T1 met een groot VW-logo voorop op een V-vormige basis gaat in principe terug naar het schetsje dat de Nederlandse importeur Ben Pon maakte. Daarna verscheen de meer hoekige en aanzienlijk grotere T2 die we hier onder handen hebben. Ook weer een model dat goede herinneringen opwekt. Het grote stuur ligt plat op het dashboard en dat geeft een beetje het gevoel van een vrachtwagen. Door de rechte neus waarin toen nog geen kreukelzones of crashboxen verwerkt waren, kan de auto zeer strak worden geparkeerd. Het uitzicht naar voor en opzij is royaal en bij deze personenversie geldt dat ook voor achter.
Bescheiden
Tevreden snorrend draait de luchtgekoelde boxer achterin zijn rondjes. Opvallend hoe mooi stil de auto van binnen is door de afstand tot de motor. Naar huidige maatstaf met krachtige diesels trekt de bescheiden benzinemotor de stenen niet uit de straat. Maar dat deed destijds geen enkele bestelwagen. Het volume is overtuigend en dat is wat belangrijk was en nog steeds is.
Rijdend met diverse Volkswagen klassiekers wordt de bestuurder met de neus op de feiten gedrukt dat het tegenwoordig allemaal wel heel erg snel gaat. De rust van deze auto’s doet terug verlangen naar toen we veel meer met basisbehoeften bezig waren en het leven zich veel trager voltrok. Maar tja, die tijd krijgen we natuurlijk nooit meer terug.