Noorwegen paradijs voor elektrisch rijden – maar vraag niet wat 't kost

Noorwegen is een paradijs voor elektrisch rijden. De overheid trakteert op vergaande voordelen, tegen schrikbarende kosten.

Dat Noorwegen een paradijs voor elektrisch autorijden is was ons al bekend, maar toen we eind vorige week in Oslo waren voor de introductie van de vernieuwde Nissan Leaf, viel toch extra op hoeveel elektrische auto’s je ook daadwerkelijk op straat ziet. De overheid beloont elektrische rijden dan ook buitensporig – tegen schrikbarende kosten.

Wie in Noorwegen elektrisch wil rijden hoeft om te beginnen geen BTW en motorrijtuigenbelasting te betalen, terwijl personenauto’s met ‘normale’ verbrandingsmotoren er loodzwaar worden belast. Een leerzame vergelijking: een Nissan Leaf kost bij de Noren omgerekend € 31.650, een bedrag waar je ook een Volkswagen Golf voor kunt kopen (voor € 31.297 om precies te zijn). Bij ons kost die Leaf € 29.790 (incl. de accu’s), terwijl Pon voor die Golf slechts € 18.790 rekent.

Dat alleen al maakt zo’n Leaf daar wel erg aantrekkelijk en hij staat dan ook op de 13e plaats in de verkoopstatistieken. Maar er is meer. Er zijn in de Noorse steden op aantrekkelijke punten, veel in het centrum dus, parkeerplaatsen en –terreinen waar je alleen met een elektrische auto mag staan – meestal voor niets, terwijl het opladen aan de vele palen die op die plekken staan eveneens gratis is. In Oslo alleen al zijn er 446 van die gratis laad/parkeerplekken en dat aantal moet de komende vier jaar met 800 stijgen.

Ook de tolwegen en de meeste tunnels en veerboten zijn gratis voor elektrische tractie, terwijl die ook nog eens gebruik mogen maken van de vrije busbanen. Ook al is Noorwegen zeer dun bevolkt (maar 5 miljoen inwoners), spitsfiles hebben ze wel degelijk en uit eigen ervaring kunnen we meedelen dat het dan érg prettig is daar over een vrije bus- taxibaan langs te kunnen zoeven.

Nu vormt ook de actieradius van een bijdetijdse elektrische auto als de Leaf, officieel 199 km (maar dat is een droom) vaak een belemmering om een elektromobiel te kopen en ook de meeste Noren halen in het weekeinde hun buitenhuisje niet op één elektrische lading. Maar ook daar wordt zeer voortvarend aan gewerkt. Er staan in het langgerekte land al 3.500 openbare laadpalen, waarvan 100 snelladers – Nissan heeft er net weer 10 bijgezet  en het komt dus niet alleen van de overheid: McDonalds gaat bij een boel vestiging een snellader plaatsen, zodat tijdens het nuttigen van zo’n hamburger de elektromobiel bijgeladen kan worden. Veelal voldoende om he huisje in de eeuwig ruisende bossen wél te halen.

Het gaat de Noren, als olie-exporterend land, niet zozeer om de onafhankelijkheid van het Midden-Oosten en andere OPEC landen (zoals in Zweden en IJsland speelt), maar meer om het nog zo frisse milieu. Maar daar hangt een vreselijk kostenplaatje aan, ook al wordt de stroom er voor 99% opgewekt door watercentrales – dus elektrisch rijden is er niet alleen ‘schoon aan de uitlaat’ maar ook ‘schoon bij de bron’. Reken maar uit: afgezien van het voordeel bij de aanschaf bedragen de jaarlijkse besparingen (=subsidie) die een elektrische rijder er ontvangt bij elkaar (parkeren, tolwegen en dergelijke) zo’n € 6.300.

Wanneer je dat omrekent naar wat de vermindering van de CO2-uitstoot per ton kost, kom je op een verbijsterende dik tien mille aan euro’s. In de EU bedragen de emissierechten voor de uitstoot van zo’n ton koolzuurgas… vier euro.

In 2017 bekijken de Noren of ze op deze voet verder gaan en dat maakt veel particulieren nu toch weer wat kopschuw. Want als dan de busbaan niet meer vrij is, wordt je Leaf onverkoopbaar. En toch is er nog een groter paradijs voor elektromobielen: Estland, want daar subsidieert de overheid zo’n schone auto voor de helft.