Het design van Subaru is de afgelopen jaren slechts minimaal aangepast. Pogingen om een echte ontwerper van naam binnen te halen zijn op niets uitgelopen. Andreas Zapatinas, ontwerper van onder meer de Fiat Barchetta, poogde Subaru enkele jaren geleden een nieuwe merkidentiteit te geven met een karakteristieke grille en enkele concept cars, maar blijkbaar is dat bij de Japanse bazen niet in goede aarde gevallen, want de man is al weer weg en zijn designideeën zijn teruggedraaid.

Des te verrassender is het uiterlijk van de nieuwe Impreza, dat vrij ingrijpend is gewijzigd. Om te beginnen zijn de twee carrosserievarianten, de sedan en een soort kruising tussen een hatchback en een combi met de aanduiding Plus, vervangen door slechts een nieuw model en dat is een vijfdeurs hatchback geworden. Nog steeds geen revolutionaire designkoets, maar eindelijk ziet Subaru nu in dat een sedan in de compacte middenklasse in onze contreien niet erg kansrijk is.

De nieuwe Impreza staat op een fors langere wielbasis dan voorheen – 2,62 meter – maar is met een lengte van 4,42 meter iets korter dan zijn twee voorgangers (zowel de sedan als de Plus). Voor een model in de compacte middenklasse is hij echter wel tamelijk groot uitgevallen, want die zijn gemiddeld een dikke decimeter korter. Voor de ruimte in het interieur is dat formaat wel aangenaam, want de Impreza biedt daar veel ruimte en ook de bagageruimte is met 360 liter – 1.150 met neergeklapte achterbank – lekker royaal.

Subaru zou nog wel wat meer durf mogen tonen bij het interieurdesign, want het is allemaal weinig frivool. Erger is dat in de basisversie van de Impreza wordt bezuinigd op de veiligheidsuitrusting. Slechts twee airbags is wat minnetjes en een elektronische stabiliteitsregeling is helemaal niet leverbaar. Dat laatste is wel standaard op de duurste Impreza, de 2.0R Sport. De basis-Impreza is dus eigenlijk het lokkertje voor 19.995 euro, voor een passende uitrusting – namelijk een audiosysteem, airconditioning en de zes airbags (voor, opzij en voor het hoofd) moet je de Comfort-versie hebben en die is er vanaf 21.995 euro.

Dan heb je de beschikking over een 1,5 liter boxermotor, die nagenoeg onveranderd is overgenomen uit de voorganger. Hij is wel iets sterker geworden en levert nu 107 pk en drijft daarmee zoals we gewend zijn permanent alle vier de wielen aan. Daarmee sprint de auto in 14 tellen vanuit stilstand naar de 100 km/h en haalt hij 175 km/h. Meer temperament belooft de tweeliter die juist iets minder sterk werd en nu 150 pk levert. Dan heeft de Impreza voor de standaardsprint 9,6 seconden nodig en haalt hij maximaal 193 km/h.

Impreza-rijders zijn natuurlijk ook benieuwd naar de sportversies, maar dat is een moeilijk verhaal. Ook Subaru realiseert zich dat CO2-doelstellingen moeten worden gehaald en daarom zal de WRX slechts een paar maanden leverbaar zijn (tot 2008) via een paar dealers. Volgend jaar komt er dan wel een nog snellere WRX STi, die vermoedelijk rond de 300 pk zal leveren. Verder werkt Subaru aan een boxer-dieselmotor, maar die is niet voor medio volgend jaar te verwachten.

De Impreza mag dan aan de buitenkant een totaal andere auto zijn geworden, het rijden is weinig veranderd. De boxermotor laat nog die karakteristieke roffel horen, het weggedrag is uitmuntend gebleven en de auto ruikt in het interieur zelfs precies hetzelfde als zijn voorganger. Het beste nieuws voor de autokoper is echter dat de nieuwe Impreza goedkoper is dan zijn voorganger: de wel wat karige basisversie kost 19.995 euro, 1.135 euro minder dan zijn voorganger. Ook de andere Impreza’s zijn in verhouding wat goedkoper geworden en daarmee is het plotseling een concurrent voor veel modellen in de compacte middenklasse. En die permanente vierwielaandrijving blijft in deze klasse uniek.