Het mag niet deren, maar als je de naam Space Star hoort denk je bij dit Japanse merk toch aan de MPV met dezelfde naam van alweer meer dan tien jaar geleden. De huidige is dat echter allerminst. Het is een compact autotootje dat, zeker gezien z’n leuke prijs – vanaf 8.790 euro – en belastingvoordeeltjes, best een beduidende rol in het B-segment zou kunnen gaan spelen. En dáár wordt momenteel nog redelijk goed zaken gedaan, terwijl op de rest van de markt tranen met tuiten worden gehuild – met als uitzondering (nog) altijd de topsegmenten, waar trouwens downsizing ook van harte opgeld doet.

Uit Thailand
Die zo in de mode zijnde term mogen we ook gebruiken in verband met deze uitsluitend in een nieuwe fabriek te Thailand geassembleerde Space Star. De beschikbare 1.0 en 1.2 litertjes hebben volgens het nieuwe modebeeld drie cilinders, al zou het er best nog eens van kunnen komen dat op een van die twee een turbootje wordt geschroefd. Voor de éénliter zou dat een zegen zijn, want diens 71 pk zijn nèt even te schraal – en een turbo (zie de Ford EcoBoost) doet wonderen voor de ‘loopcultuur’ van de toch altijd wat onbeschaafd klinkende driepitters. Met de 80 pk van de ‘Cleartec’ 1.2 liter kom je echter aardig uit de voeten, want Mitsubishi heeft wonderen verricht op het gebied van gewichtsbesparing.

Slechts 820 kilo
De Space Star is uitsluitend als vijfdeurs verkrijgbaar en weegt dan in de instapversie slechts 820 kg, een bewonderenswaardige waarde waar de concurrentie niet aan kan tippen. Mede daardoor accelereert de 1.2 in een redelijke 11.7 sec naar de honderd, terwijl de 1.0 liter daar 13.6 tellen over doet. Het verschil in koppel bedraagt dan ook 88 tegen 106 Nm, opnieuw een meetbaar verschil.

De 1.2 is ook leverbaar met een CVT-automaat en die verdeelt het beschikbare koppel zo soepeltjes dat het ondanks het per slot van rekening toch geringe vermogen een behoorlijk vlot karretje is geworden. En wat verbruik en uitstoot betreft zijn het allebei lievelingen van de fiscus. De éénliter verbruikt gemiddeld 4 l/100 km en draagt 92 gram koolzuurgas per gereden kilometer bij en zijn sterkere broertje lust 4.3 l/100 en stoot 100 g/km uit. Met de CVT zijn die waarden nog wat gunstiger: 4.3 l/100 km en 95 gkm, waardoor die net als de kleine in de 14%-klasse valt. Stop/start is op alle uitvoeringen (behalve de instapper) standaard en werkt ook met deze CVT uitmuntend.

Geen BPM en MRB
Nu valt te betwijfelen of er veel zakelijk met een dergelijke auto gereden zal worden, maar het is in ieder geval een prijzenswaardig resultaat dat er 14% bijtelling in het vat zit. De particulier profiteert van het feit de deze ook vrij is van BPM en in ieder geval dit jaar ook van MRB.

Prijzenswaardig is ook voor de wijze waarop de Space Star geconstrueerd is, want bij een totale lengte van slechts 3.71 meter heeft hij een bovenaan in zijn klasse staande binnenruimte (volgens die meestal gebruikte VDA-meting 90 cm voorin en 75 cm achterin). Daarbij meet de bagageruimte 235 liter, wat we ook niet onverdienstelijk mogen noemen. Hoe groot het daar wordt met neergeklapte (40/60) achterbank hebben we de mensen van Mitsubishi niet kunnen ontlokken.

Beetje saai
Verrassend ruim dus en ook de kwaliteit van het meubilair valt niet tegen. Het dashboard is netjes, beetje saai en van niet al te goedkoop materiaal. De afwerking echter zou wat beter kunnen; wat dat betreft zijn er in het marktsegment echt betere te vinden – maar ook wel weer modellen die er slordiger uitzien.

In het instrumentenpaneel is terecht een ondergeschikte rol toebedeeld aan de toerenteller, maar er zit wel zo’n typisch ‘groen blaadje’ waarmee aangegeven wordt of je zuinig onderweg bent. Voor wie het spelletje mee wil spelen valt er wel goed mee zichtbaar te maken hoezeer het verbruik afhankelijk is van de stand van je rechtervoet – zéker bij de voortreffelijke CVT. Die schakelt goed alert en uiteraard schokvrij en verdient volgens ons echt aanbeveling. De bediening gaat via een forse pook die er uitziet alsof er een ‘gewone’ automaat is gemonteerd. Een versie met een handbak hebben we niet kunnen proberen, maar is bij de 1.2 ook eigenlijk niet aan de orde.

Lange veerwegen
De Space Star rijdt ook verder best lekker. Het onderstel heeft lange veerwegen en dat komt het comfort ten goede, ook al doordat het overhellen in bochten redelijk beperkt blijft. De demping is daarentegen aan de harde kant, hetgeen tot gevolg heeft dat iedere wegoneffenheid sterk gevoeld én gehoord wordt, hoewel deze Mitsubishi verder echt wel een stille auto is.

Uiteraard zijn er diverse uitvoeringsniveaus, waarbij we instapper ‘Entry’ niet aanraden omdat die geen airco heeft en bovendien niet de hoogste fiscale beloning krijgt en daardoor duurkoop is. De versie ‘Inform’, met de 1.0 liter voor (op een tientje na) tien mille, is wél BPM-vrij en krijgt 14% bijtelling. Met de 1.2 liter is de Space Star er vanaf € 12.990 en doordat daar wel BPM op moet worden betaald is de handbak dan even duur als de CVT, hetgeen iedere aarzeling natuurlijk wegneemt. Wel begint het leveringsprogramma van de CVT iets minder luxe dan de handgeschakelde 1.2. Kortom: we denken dat deze jongste Mitsubishi wel enige reuring in het B-segment teweeg kan brengen.