We hebben het al in onze eerste rij-indruk aangegeven; de ATS verrast. Vooral als je er mee gaat rijden. Hij mag dan wel een rasechte Amerikaan zijn, daar is achter het stuur niets van te merken. Cadillac wil met de ATS in de schenen van de Audi A4, BMW 3 Serie en Mercedes-Benz C-Klasse gaan schoppen en stemt de ATS zodoende straf af, een beetje zoals de 3 Serie zich tot voor kort liet blijken. Dat is wel even wat anders dan de doorgaans comfortabel deinende sedans uit de VS! De breuk met het verleden komt ook tot uiting in de besturing, die lekker direct is. Het maakt de ATS opvallend lichtvoetig in zijn soort – je bent een sportsedan of niet. De ATS ligt dermate strak op de weg dat we het optionele vierwielaandrijving lekker op de optielijst laten staan. Wel zou de bekrachtiging nog ietsje meer op de achtergrond mogen blijven. Een druk op de knop van Magnetic Ride (standaard op de meest luxe versie) verandert daar niets aan. Het systeem voor de adaptieve demping werkt verder gewoon naar behoren en verlegt het accent van Tour naar Sport op subtiele wijze. Wie de ATS met automaat bestelt krijgt ook een winterstand, al zal die alleen invloed hebben op het schakelprogramma van de transmissie.
Power!
Veel keuze in het leveringsprogramma van de ATS is er nog niet. Voorlopig maakt alleen een tweeliter turbomotor de dienst uit, maar die levert mooi wel 276 pk. Now we’re talking! Voor zo’n zo’n berg vermogen en 353 Nm koppel is de viercilinder flink opgestookt. De praktijk bevestigt de feiten maar weer eens; de nieuwe Cadillac hangt opvallend scherp aan het gas en sleurt er vanaf 1700 toeren al flink aan en daar lijkt geen eind aan te komen. De vierde versnelling bleef bij ons favoriet en gaf een gevoel van kracht dat we nog niet eerder bij een viercilinder van dit formaat hebben ervaren. Zo’n ATS gáát! De handgeschakelde zesbak helpt een handje mee door korte slagen voor te schotelen. Met zestrapsautomaat boet de AT niets aan zijn sportieve karakter in want de transmissie doet er alles aan om goed te presteren. Incidenteel komt hij ietsje ruw in actie bij rap inhalen.
Wat zijn de gevolgen voor het brandstofverbruik? Als je flink gaat sturen lust de 2.0T gewoon een flinke slok, meer dan je zou verwachten. Een rustig, meer alledaags tempo resulteert in een verbruik dat in de buurt ligt van de opgave van 8.2 l/100km voor de automaat en 8.6 l/100km voor de handgeschakelde. Inderdaad, de handgeschakelde ATS heeft nog iets meer dorst, terwijl deze wel een (prima werkend) start/stop-systeem heeft. Hoe dan ook is de concurrentie op papier véél zuiniger en ligt de CO2-uitstoot 50 gram lager maar geloof ons; in de praktijk zal het verschil kleiner zijn.
Klassiek of sportief interieur
Ondanks dat de ATS niet rijdt als een traditionele Cadillac – het grootste deel van de toekomstige modellen zullen dat ook niet meer doen – is zijn verschijning dat nog wel, met de herkenbare familiegrille en verticaal geplaatste, rode achterlichten. Zijn kleinere afmetingen in combinatie met de 18 inch wielen geven de ATS wel een iets gedrongen figuur, precies wat je in zo’n ‘premium sport sedan’ zoekt. De twee richting het midden geplaatste uitlaten doen onverwacht ook een sportieve duit in het zakje want wat smoelen die goed!
Het interieur is naar wens sportief ingericht met zwarte bekleding en aluminium sierlijsten maar je kunt kiezen voor een smaakvol beige kleurstelling met donker hout. Chromen glimmertjes zijn er altijd maar dat wordt gelukkig niet overdadig. Het materiaalgebruik heeft Cadillac aardig goed onder de knie. We worden weliswaar niet zo diep (lees: zacht) in de watten gelegd als bij de Duitse Drie mogelijk is, maar het ziet er verzorgd uit en dat voelt ook zo. Dat de dashboardbekleding met stiksels een lederlook is in plaats van echt leder deert ons niet zo want het effect is er. Het kunststof in de deurgrepen zouden we nog wel graag anders zien want het blijkt krasgevoelig. Anders nog niets? Nee.
Conform een sportsedan zijn de stoelen uitgebreid verstelbaar, waarbij het zitvlak zich aan de voorzijde laat uitschuiven en daarnaast de wangen met een druk op de knop zijn ‘op te vullen’. Een goede voorbereiding voor een potje sturen is immers het halve werk. Op de achterbank krijgt de ATS sterallures en is de zit vrij krap, ook je hoofd komt in de knel. We weten dat zijn concurrenten ook niet erg toeschietelijk zijn, maar het lijkt er op dat de ATS met de kleinste wielbasis hier de rode lantaarn draagt. Met een bagageruimte van 381 liter is niet veel mis, behalve dat de wielkasten wel erg ver naar binnen komen. Wie op zoek is naar een echo in het laadruim moet terecht bij de meer doorsnee sedans als een Passat of Insignia, maar dat is 'gebruikelijk' in dit segment.
Swipen en scrollen met CUE
Waar de ATS wel weer mee scoort is het CUE-infotainmentsysteem. Het werkt met een touchscreen en kan overweg met sliden, swipen, flippen en andere vingerbewegingen die je op een tablet kan doen. Dat gaat helaas niet net zo vloeiend als op een iPad, maar werkt verder naar behoren. Het voordeel van CUE ten opzichte van andere systemen uit zich in de flexibiliteit van de schermen – wat wil ik in beeld hebben en wat niet. Volgend jaar biedt het systeem ook apps en internetfunctionaliteit. Onder het scherm bevindt zich de bediening voor volume en de klimaatregeling met aanraaktoetsen, vergelijkbaar met de Chevrolet Volt. Een innovatieve keuze, maar ook wat afstandelijk en niet altijd trefzeker. Gelukkig kun je op het stuur ook allerlei functies bedienen, inclusief de stuurverwarming, adaptieve cruise en boordcomputer. Die boordcomputer wordt weergegeven onder de snelheidsmeter in een scherm dat in feit uit drie zelf in te richten deelschermen bestaat. Erg handig, omdat je zelf kunt bepalen welke informatie zichtbaar is zoals de digitale snelheid, de navigatiepijlen en het verbruik. Andere innovaties zien we terug in de veiligheidssystemen; de ATS heeft ze allemaal, van dodehoekdetectie tot rijstrookhulp en parkeersensoren (beiden met ‘let-op’-vibratie in de stoel), een noodrem-radar voor lage snelheden en een head-up display.
Biturbodiesel en ATS-V op komst
Wat moet zo’n ATS dan wel niet kosten? De prijslijst begint bij 51.530 euro, met een redelijke meerprijs voor de automaat. Klik hier voor de overige uitvoeringen en prijzen. Onder de vijftig mille is er nog niets. Cadillac realiseert zich dat het motorpalet nog niet compleet is – niet iedereen koopt immers een 328i of A4 3.0 TFSI – en dus komt er op termijn ook een diesel. Vermoedelijk gaat het om de biturbodiesel van Opel, een 2.0 liter met (minimaal) 195 pk. De CEO van Cadillac liet ook weten dat de CTS-V een kleiner broertje zou kunnen krijgen. Wanneer er over een jaar of twee een ATS-V uit het ei kruipt zal die vermoedelijk een geblazen drieliter zescilinder onder de kap hebben die ook dienst kan doen in de nieuwe Escalade. De kans dat een iets bescheidener ATS op benzine met circa 200 pk in Europa leverbaar wordt is helaas klein.
Schrijf een review