Een vijfdeursvariant van de Audi A1 is wel zo handig als je wel eens mensen mee moet nemen of iets achterin wilt leggen. Net als bij de A3 worden die extra portieren verpakt in een Sportback-model. In tegenstelling tot zijn grotere broer is de gelijkenis met de driedeurs A1 heel groot. De Audi A1 Sportback heeft een net iets verder doorlopende dak, dat bovendien volledig (inclusief dakbogen) in een contrastkleur uit te voeren is. Niet te zien is dat de nieuwe variant zes millimeter(!) breder en hoger is. Juist doordat de A1 Sportback nauw verwant is aan de ‘gewone’ A1, levert een blik in de bagageruimte geen nieuws op. Met 270 liter laadruimte overtreft de Sportback zijn driedeursbroer met slechts drie liter, maar goed, daar kun je in dit segment best mee thuis komen. Bovendien laat de laadvloer zich uitnemen en kan de rugleuning van de achterbank worden neergeklapt.

Twee- of driezits achterbank
Met die achterbank van de A1 Sportback is nog iets aan de hand; standaard wordt de Sportback met een tweezits achterbank geleverd. De ‘vertrouwde’ middelste zitplaats dient dan als opbergruimte en bekerhouder. Zonder meerprijs wordt voorzien in een driezitsconfiguratie. Of dat de investering waard is, hangt af van je verwachting en het gebruik. De A1 Sportback heeft weliswaar door het iets ‘langere’ dak meer hoofdruimte te bieden, maar de knieën komen voor volwassenen nog altijd snel in de knel. Bij het meenemen van je vrienden zul je toch regelmatig serieus moeten inschikken. Gelukkig ziet Audi de A1 Sportback als een ‘tweede’ auto in het huishouden of fris en sportief vervoer voor jonge gezinnen. Kids hoor je op de achterbank echt niet klagen.

1.4 TFSI met cilinderuitschakeling
Een primeur voor de Audi A1 (en Audi zelf) is de 1.4 TFSI met 140 pk. De nieuwe krachtbron heeft een opvallend laag brandstofverbruik van slechts 4.7 l/100km. Dat is nog lager dan de 1.2 TFSI instapper in de A1-reeks. Hoe dat kan? Cilinderuitschakeling! Het is een nieuwe zet van het VAG-concern om nog meer kilometers uit een liter brandstof te halen – de truc zelf kennen we al van enkele Amerikaanse(!) modellen. Bij lage belasting van de motor of het aan houden van een constante snelheid worden de twee middelste cilinders buitenspel gezet. Zodra er weer meer kracht nodig is of het toerental boven 4000 uit komt draait de TFSI automatisch weer op volle kracht. In het display van de boordcomputer wordt voor de volledigheid aangegeven of de op twee of viercilinders wordt gereden, want van het aan- of uitschakelen merk je helemaal niets. Geoefende luisteraars horen wel een iets ander brommetje uit de motorruimte en incidenteel was een lichte vibratie voelbaar bij het versnellen vanuit lage toeren. Dat laatste kan echter exemplarisch zijn geweest.

De 1.4 TFSI zelf is in de 140 pk-uitvoering een opvallend levendige machine. De motorrespons is nog gretiger dan we gewend zijn en dat is goed verklaarbaar; de 1.4 TFSI 140 pk heeft met 250 Nm trekkracht dezelfde hoeveelheid als de 1.4 TFSI-topper uit de reeks (185 pk). De 122 pk versie die al langer leverbaar is (en blijft) heeft een nog altijd riante 200 Nm te vergeven. In de heuvels rond Girona (Spanje) komt onze 1.4 TFSI met twee vingers in de neus uit de voeten. Slechts bij een paar krappe hellende haarspeldbochten moesten we heel even op de turbo wachten. Maar daar heb je in Nederland dus geen last van. Toch heeft de 185 pk sterke 1.4 TFSI topmotorisering met turbo én compressor – naast zijn nog hogere vermogen – zeker meerwaarde; die spierbundel heeft een donkere klank en is nog vroeger op stoom.

De A1 die wij reden was getooid in de Ambition-uitvoering, waarin onder meer een sportonderstel en 16 of 17 inch wielen standaard zijn. Uit een eerdere test bleek die combinatie al vrij stug en dat oordeel valt nu opnieuw te geven; korte oneffenheden worden nadrukkelijk doorgegeven, soms zelfs in storende mate. In ruil daar voor ligt de A1 strak op de weg en heb je fijne sportstoelen. Je merkt wel dat de A1 niet louter bedoeld is als sportieve compacte auto; de besturing is weliswaar uitdagend direct maar staat niet op scherp.

Prijzen en uitrusting
De Audi A1 Sportback staat vanaf februari bij de dealer in de Attraction of Ambition-uitvoering. Met prijzen vanaf 17.990 euro (1.2 TFSI) is de A1 Sportback afhankelijk van de motorisering 560 tot 790 euro duurder dan de driedeurs. De nieuwe 1.4 TFSI met ‘cilinder on demand’ is er vanaf de zomer en heeft nog geen prijskaartje. We verwachten dat die zo rond de 23 mille gaat kosten, net boven de 1.4 TFSI 122 pk die voor minstens 21.400 euro in de boeken staat.

Audi is met de standaarduitrusting van de A1 niet heel scheutig. Must have is het Pro Line pakket waarbij voor respectievelijk 1900 euro (bij Attraction) en 1400 euro (bij Ambition) op luxe als airco, LED-lichtpakket, driespaaks lederen stuur, metallic lak en 15 inch velgen wordt getrakteerd. Het Pro Line Business pakket gaat verder met navigatie, bluetooth voor telefonie en audio, opgewaardeerde audio en een middenarmsteun. Hiervoor betaal je 2350 tot 2800 euro bij en biedt dus ook extra uitrusting van de Pro Line.

Conclusie
De Audi A1 Sportback past onlosmakelijk in de ambitie van Audi om meer (en jonger) publiek in een Audi te laten rijden. Hoewel het Sportback-recept van Audi’s kleinste – in tegenstelling tot bij de A3 of A5 - nauwelijks extra onderscheid biedt ten opzichte van de driedeursvariant bewijzen twee portieren wel degelijk hun praktisch nut. De verder gemoderniseerde (en dus: zuiniger) 1.4 TFSI is bijzonder levendig en schakelt ongemerkt tussen twee- of viercilindermodus. Het stuggere onderstel van de Ambition-uitvoering is soms iets teveel van het goede maar houdt de wegligging wel mooi strak.