Je kon er eigenlijk de klok op gelijk zetten. Na negen jaar New Mini’s als de Cooper, Cabrio’s en in zekere zin ook Clubman’s aan de man te hebben gebracht, komen de Britten en een deel van haar (potentiële) rijders letterlijk in de knel. De vraag naar meer ruimte van bijvoorbeeld jonge gezinnen met opgroeiende kinderen kon tot op heden niet adequaat worden beantwoord. Mini had dus geen passend alternatief in huis, en iets van BMW of een ander merk is gewoon heel andere koek. Gelukkig is er nu de oplossing, die eigenlijk doodsimpel is. Mini ging aan de slag met een groeistuip voor de koets, twee extra deuren en praktische gadgets, en kwam zo – kort gezegd- tot de Countryman.
Big Mini
Is dat even wennen, zo’n Big Mini? Helemaal niet! Ook de grootste Mini ooit oogt eigenlijk heel vertrouwd, bijna voorspelbaar zouden we willen zeggen. Doordat alles aan de Countryman net even een maatje groter is straalt het resultaat heel gebalanceerd op het netvlies en niet als een Mini met overgewicht. Natuurlijk heeft de nieuwe telg wel z’n eigen karaktertrekjes; de neus is door die grotere koplampen en chromen grille nadrukkelijker aangezet en ook het achtersteven heeft een imposanter jasje. Wat dan verchroomde side blades op de voorschermen er toe doen is ons een raadsel, het is eerder een toevoeging in de categorie cheap dan chique.
Maar hoe groot is de Countryman nou eigenlijk? Zet ‘m naast een doorsnee Mini en je zult zien dat het postuur flink groter is dan je zou denken, zeker wanneer ook de Countryman in een felle kleur is gedoopt. Het verschil bedraagt 38 centimeter in lengte, 11 centimeter in breedte en 15 centimeter in de hoogte. Met een uiteindelijke lengte van 4.10 meter is de nieuwste Mini nog slechts tien centimeter verwijderd van een Golf, al zou je door de hogere bouw van de Mini ons ook kunnen wijsmaken dat dat precies andersom is. Zijn makers hebben bewust de gedachte om de Countryman het C-segment in te duwen. Daar kunnen immers weer nieuwe mensenmassa’s geprikkeld worden met de merkbeleving.
Vier deuren maken de Countryman bij voorbaat al de meest praktische Mini in de familie, maar daarmee is de kous nog niet af. Zo kun je Mini ‘ nummer vier’ naar wens met twee losse stoelen achterin, of een achterbank krijgen. Beiden zijn neer te klappen, verschuifbaar en daarnaast kan de rugleuning kan in verschillende posities worden gebracht. In beide gevallen is schetst de ruimte voor menig Mini-rijder verbazing; er is plek voor vier! De beenruimte achterin is door 8 centimeter meer wielbasis een perfect fit en het hoofd komt al helemaal nooit in de knel. Die extra deuren mogen dus met recht worden geopend. Ook voor bagage is er meer plek dan in elke andere Mini; er is niet minder dan 350 liter beschikbaar, uitbreidbaar tot krap 1200 liter met de zojuist genoemde trucs.
Center Rail
Centraal in het interieur staat de Center Rail, die bij een 2x2 stoelen configuratie helemaal doorloopt tot aan de bagageruimte en in de avonduren sfeervol is verlicht. Deze aluminium rail is bedoeld als thuishaven voor allerlei moderne goodies van de Mini-rijder, zoals een iPod, iPhone en een zonnebril. Weer eens wat anders dan een opbergvak, waar als we eerlijk zijn ook niets mis mee zou zijn.
Het Countryman interieur heeft verder dezelfde look and feel als andere Mini’s; stoffen of lederen stoelen, de forse snelheidsmeter (met geïntegreerd scherm voor radio en navigatie), tuimelschakelaars, ze zijn stuk voor stuk weer van de partij. Goed nieuws voor de kenners, maar weer even puzzelen voor de nieuwe groep. Het ziet er immers leuk en origineel uit, maar de ergonomie is gewoon niet top. Hoewel een aantal testexemplaren ons verder hebben ingepakt met softleder en dito accenten in de deur, kon het gevoel van British Luxury niet helemaal bovendrijven. Vooral het gebruikte materiaal op de deurpanelen en een deel van het dashboard spraken niet direct tot de verbeelding. Het is in deze klasse weliswaar wel in orde, maar bij Mini liggen de verwachtingen nou eenmaal net iets hoger.
ALL4 met Cooper S
Op andere facetten weet de Countryman echter weer terug te slaan. Met vierwielaandrijving ALL4 bijvoorbeeld, dat leverbaar is op de Cooper S en meest krachtige dieselvariant. Deze variabele aandrijving - waarbij de aandrijfkrachten afhankelijk van de omstandigheden worden verdeeld over de voor- en achteras - beproeven we in de Cooper S variant, toevalligerwijs gekoppeld aan een zestrapsautomaat. Op een vochtig traject weet het systeem zich duidelijk te bewijzen; aan grip is er geen gebrek. De Countryman kleeft net als zijn kleine broertjes aan het asfalt, maar kan daarbij niet verhullen de grootste van het stel te zijn. Koerswisselingen worden nog altijd direct ingezet, de carrosserie reageert echter soepeler en heeft meer vrijheid. Die comfortabeler inslag is gezien de nieuwe doelgroep van dit vierdeursmodel goed te begrijpen; wie papa wordt verliest nou eenmaal wat wilde haren, en echte die-hards willen toch niet ‘overstappen’. Toch delen we de mening dat geswitchte Mini-rijders niet teleur worden gesteld. Overall gezien blijft de Countryman een Mini, wat nog eens bevestigd wordt door de soms overduidelijke verwerking van hobbels en kuilen. Vooral op de achterbank zullen die niet ontgaan...
Ook de fanatieke 1.6 liter turbomotor houdt de rijbeleving levendig op peil. Met 184 pk kan de Countryman forse stappen zetten, als het moet gaat dat door tot 210 km/u. Het sprintje naar honderd duurt een tel of acht. Onze automaatvariant doet het ietsje rustiger aan. Met de supersnel schakelende DSG (Volkswagen) en DCT-bakken (BMW!) in gedachten is de zestrapsautomaat een beetje easy going. Het apparaat doet netjes wat-ie moet doen maar de levendige 1.6 kan zijn enthousiasme nooit volledig overbrengen. Gelukkig kan de aandrijflijn met behulp van de sportstand nog goed bij de les worden gehouden, met eventueel manueel ingrijpen van de bestuurder via de schakelpaddles aan het stuur.
Dieselen
De Countryman Cooper D diesel gooit het over een andere boeg. Hij beschikt als eerste over de nieuwe, bij BMW ontwikkelde 1.6 liter common rail dieselmotor en heeft maximaal 112 pk en 270 Nm te bieden. Doordat de krachtbron al vroeg (lees: rond 1500 toeren) bij de les is, komt de Countryman rap uit de startblokken. Dieselgeluiden dringen zich maar gematigd op, evenals wielspin. In principe blijft de nu voorwielaangedreven Countryman lang strak volgen, alleen in een snelle bocht bij forse acceleratie hebben de voorwielen op een druilerige dag moeite om de dieselkracht bij te houden. Ondanks de capaciteiten van de diesel wordt duidelijk dat de sportieve Mini-rijder toch echt een benzinevariant moet kiezen. De enthousiaste respons van de diesel verslapt naarmate het toerental het cijfer 3(000) overstijgt. De powerband is net te klein en dat maakt doorhalen in de versnellingen geen nuttige bezigheid.
Prijzen, bijteling en uitrusting
Naast deze diesel levert Mini nog een One D versie met 90 pk en kunnen benzinerijders ook een turboloze 1.6 kiezen met 122 pk (Cooper) of 98 pk (One) onder de kap. Die laatste is dus de instapper van de reeks, waarvoor de dealer 24.460 euro verlangt. De Cooper is waarschijnlijk meer in trek en die staat vanaf 28.065 euro te boek. De dieselprijzen variëren van 27.680 euro tot ongeveer 31 mille. Voor ALL4 geldt zo’n 2500-3000 euro meerprijs.
Zakelijk gezien kan de Countryman ook zijn beste beentje voor. Met dank aan het moderne motorpalet en Minimalism besparingsmaatregelen (het EfficientDynamics van Mini) hebben alle handgeschakelde varianten een groen energielabel en bedraagt de bijtelling 20% – met uitzondering van de Cooper S en de diesel met vierwielaandrijving.
Is de uitrusting voor dit geld dan ook typisch ‘Mini’? Valt best mee. Zes airbags, ESP en bandenspanningsensoren zijn op elke Countryman van de partij, airco is standaard en ook voor een geïntegreerde radio/cd/mp3-speler met subwoofer hoeft niet te worden bijbetaald. Elektrisch bediende ruiten en spiegels, de Center Rail en een iPod-aansluiting zullen evenmin ontbreken. Hip lichtmetaal en mistlampen horen erbij vanaf de tweede trap (Cooper) op de luxeladder. De driezits achterbank kan zonder meerprijs worden omgeruild voor twee losse stoelen.
Conclusie
Een eerste kennismaking met de Mini leert dat de Countryman meer is dan een opgeblazen Mini. Door vertrouwde looks te combineren met eigen karaktertjes, kekke (praktische) snufjes en nieuwe aandrijflijnen te introduceren is de nieuwe telg onmiskenbaar verwant met de bestaande Minivarianten. De Countryman is ook meer dan welkom. Menig (potentiële) Minirijder zat te wachten op extra ruimte en de Britten zullen maar al te blij zijn die vraag met glans te kunnen beantwoorden. Laat ze maar komen!
Schrijf een review