Inderdaad, een Smart is niet voor iedereen weggelegd. Met twee zitplaatsen en een compacte bagageruimte is de tweezitter geen ware familieauto. Toch is de kekke stadsauto – nu in huidige vorm alweer twee jaar op de markt - juist interessanter dan ooit. Zuinig rijden is hip en verantwoord, lage (gebruiks-)kosten eveneens. De benzineversies met MHD-start stop techniek zijn verkrijgbaar vanaf 8500 euro en verbruiken maar 4.3l/100km. Het meest bescheiden aanbod bij Smart is echter de cdi. Die is met een fabrieksopgave van 3.3l/100km bijna een drieliter auto te noemen.
Koppelkracht
En die zuinige cdi komt niet plots uit de lucht vallen. Als sinds 1999 is de kleinste dieselmotor ter wereld in het leveringsprogramma opgenomen. De 0.8 liter metende driecilinder levert inmiddels 45 pk en 110 Nm trekkracht. Dat het wel even duurt voordat je 100 bereikt verbaast ons niet. Het motortje is op zijn sterkst tussen 2000 en 2500 toeren en Smart rekent ons 19.8 seconden voor. Dat blijkt in de praktijk ook aardig te kloppen. Maar hoe vaak doe je zo’n sprint? In de stad loodst de cdi zich verrassend kwiek door de drukte. Hier is het hogere koppel van de diesel-smart duidelijk in zijn voordeel. Na de 100 – de toerenteller staat dan op 2400 - gaat het allemaal niet zo rap meer, maar gedwongen op de rechterrijstrook rijden is er niet bij.
Dieselmanieren
Het dieseltorretje tokkelt verder vanaf koude start rustig in de rondte en vibreert slechts lichtjes bij stationairloop. Ook trillingen en hardnekkige verbrandingsgeluiden zijn de cdi vreemd, en dat terwijl het motortje pal achter je aan het werk is. We kunnen je verzekeren dat de driecilinder van het VAG-concern in een Polo of Ibiza zijn afkomst veel minder verloochent, al klinken ze beiden voor buitenstaanders als koffiemolentjes. Het ontbreken van een gesloten roetfilter is wel een gemis. Het open filter wordt –heel verstandig- tegen het einde van dit jaar vervangen door een effectiever exemplaar, zodat het dieseltje niet alleen zuinig maar ook praktisch roetvrij is.
Flipperen
Onze driedaagse kennismaking start aan de rand van Utrecht. Met een tot de nok gevulde tank loodsen we ons door de stad. Het testexemplaar heeft net als elke Smart een gerobotiseerde handbak, maar is in ons geval ook van een automatisch programma voorzien en laat zich manueel aan het stuur bedienen met schakelflippers. Na onze belevenissen met de BRABUS Ultimate 112 is dit schakelgedrag wel andere koek. Commando’s worden soepeltjes uitgevoerd, zelfs nog iets beter bij de potentere benzinesmarts. Dat komt het rijplezier ten goede, en doet de cdi allerminst traag overkomen. Een tikkie terug kan met een duw tegen de pook of een ruk aan de min-paddle aan het stuur. De vijfbak schakelt dan verrassend vlot een verzet terug. De automatische modus is in tegenstelling tot onze eerdere ervaringen in andere uitvoeringen beter bij de les, in die zin dat de motor niet onnodig veel toeren draait. Zeker bij een diesel is dat ook helemaal niet nodig. Toch zouden wij gewoon het heft in eigen hand nemen en lekker 'flipperen'.
900 kilometer op een tank
Het prettige samenspel tussen motor en bak vertaalt zich bij een actieve rijstijl met een aantal krachtmetingen in een verbruik van 1 op 23. Minder zuinig zal waarschijnlijk niet lukken. We vullen de 35 liter tank opnieuw en gaan nu voor een meer alledaags rijgedrag. Door tussen 2000 en 2500 toeren op te schakelen en maximaal 110 km/u te rijden – het moet immers wel leuk blijven – wisten we na een paar honderd kilometer A-, N- en stadswegen 1 op 26 te realiseren, goed voor een actieradius van 900 kilometer. Gelukkig, zuinig is-ie dus wel! En wanneer je de gemiddelde snelheid wat omlaag brengt – of voor meer buitenwegen kiest – kan dat nog wel iets zuiniger. Echter, zeker bij compacte auto’s met kleine motoren is het verbruik erg afhankelijk van de weersomstandigheden. Een flinke bries kan dan een behoorlijke spelbreker zijn.
De windgevoeligheid achter het stuur viel in de testperiode reuze mee. Onvermijdelijk aan het smartconcept is wel de doorgifte van richels en putten, daar reageert het koetsje gewoon meer op dan een 'standaard' stadsauto. Een aantasting voor de rugwervels is het niet – zoals dat in een BRABUS Ultimate wel het geval kan zijn. Maar we moeten streng zijn: de technici kunnen hier nog wel verbetering boeken.
Niet zuinig met luxe
De zuinigste Smart mag dan zeer bescheiden zijn aan de pomp, net als ieder andere fortwo kun je rekenen op een ruime cockpit, die volwassen maar tegen meerprijs is aan te kleden met lederen bekleding, klimaatregeling, stoelverwarming, navigatie, regen- en lichtsensor en een panoramadak. Ons exemplaar is een Pulse, die vooral sportief oogt met mistlampen, een sportstuur, schakelpaddles, klokje en toerenteller en donkere bekleding. Cruise control behoort overigens niet tot de mogelijkheden, al zal de dealer het vast wel als accessoire kunnen monteren. Net als een armsteun trouwens, een aanrader.
Een CDI voor iedereen?
Wie moet een Smart cdi gaan rijden? Het smartcenter in Utrecht ziet voor vrijwel iedereen een cdi weggelegd, het omslagpunt komt namelijk uit op 3000 kilometer. Dan wordt wel uitgegaan van de 71 pk sterke MHD benzineversie, en niet de 61 pk instapmotorisering die voor negen mille in de prijslijst staat. Eigenaren van de cdi – verkrijgbaar vanaf een BPM-vrije 11.899 euro- betalen 124 euro per jaar aan wegenbelasting, voor een benzine-smart is slechts 24(!) euro al genoeg. De literprijs van diesel ligt met 1.022 euro echter momenteel precies een derde lager ten opzichte van Euro95, waardoor je aan de pompkassa nooit meer dan 35 euro afrekent. Een retourtje Maastricht-Groningen voor 25 euro diesel kunnen wij niet prijzig noemen. Tot slot rekeninghoudend met de iets hogere restwaarde van een diesel blijft de Smart cdi dus niet alleen een statement!
Schrijf een review