Net als met hun C-MAX bij de midi-MPV’s, is Ford een laatkomer op het gebied van de inmiddels zo populaire coupé-cabrio’s. Dat heeft het nadeel dat ze zich jarenlang de kaas van het brood hebben laten eten door eerst de Fransen en vervolgens ook door de concurrenten uit eigen land – en daar bedoelen we Duitsland mee. Nu echter inmiddels wetenschappelijk is vastgesteld dat elk nadeel ook een voordeel heb, profiteert de Focus CC ook wel degelijk van zijn late komst. De klapdak-techniek is intussen namelijk flink vooruitgegaan en daar doet de nieuweling behoorlijk zijn voordeel mee.
Anders dan de meeste CC-pioniers namelijk ziet de Focus er ook met gesloten dak nog aardig uit. Hoewel zijn wegklapbare hardtop heel simpel uit twee delen bestaat, heeft het dak geen voetbalveld van een achterdek nodig om te kunnen verdwijnen. Wél staat de voorruit en stuk schuiner dan bij de andere Focussen (anderhalve graad) en loopt die nogal ver naar achteren door, waardoor je moet oppassen bij instappen. Aan de andere kant biedt die voorruit/overkapping een aangename beschutting.
Het comfort staat toch al op een prettig hoog peil. Voorin zit je ook met de wegklapbare windvanger behoorlijk tochtvrij en achterin valt ook dat best mee, net als de beschikbare ruimte. Voor de bagage bedraagt die een mooie 534 liter met gesloten kap en een nog altijd heel bruikbare 248 liter met het dak open.
Aangezien ook de CC op de befaamd goede bodemplaat van alle andere Focussen staat, is de wegligging helemaal in orde. Het onderstel is hier zelfs ontleend aan de zeer sportieve Focus ST, maar het is toch niet te straf afgesteld. Torderen doet de koets, ook open, nauwelijks – ook iets dat bij veel voorgangers héél anders is.
Tot zo ver alleen maar goed nieuws dus. Helaas blijft het daar niet bij. De moderne kapconstructie, de van Webasto komt en samen met Pininfarina is ontworpen, is weliswaar simpel, maar lelijk zwaar en de gewichtstoename wordt nog aangedikt door de nodige carrosserieverstevigingen. Daardoor weegt de Focus CC stukken meer dan de gewone driedeurs. Het verschilt per motor, maar bedraagt minimaal 258 kilo (voor de tweeliter benzine van 145 pk).
Bij de motor die dat het minst kan hebben, de 1,6-liter van 100 pk is het overgewicht zelfs 286 kilo en de diesel, die met zijn 136 pk het minst last heeft van extra kilo’s, hoeft een dan relatief geringe 273 kilo extra mee te torsen. Ook nog een mássa, maar mede hierdoor is ook in dit geval de oliestook weer de aangenaamste motorisering.
Om kalmpjes mee te toeren gáát de tweeliter benzine nog wel en eigenlijk is dat ook de bedoeling van een cabriolet. Voor leukere prestaties zal Ford in de nabije toekomst wellicht die imposante 2,5-liter vijfcilinder van de ST ook in de CC leverbaar maken, desnoods zonder de turbo want rácen hoeft ook weer niet met een CC.
Dat zal dan wel een schaduw leggen over nog een van de vele voordelen van de Focus CC, zijn vriendelijke oprijskaartje. Daarop staat (bij de 1,6-l) immers het aardige ronde bedrag van 29 mille en dat zal de concurrentie niet leuk vinden. Ook bij de tweeliter benzine gaat het nog best, want een vanafprijs van 31.700 is ook niet verkeerd. Maar de Haagse dieselboete maakt de leukste versie, die met de tweeliter TDCi dus, prijzig: 36.100 euro.
Schrijf een review