Althans, ze hebben getracht het bedrijfswagengehalte, ondanks de typische vierkante belijning, zoveel mogelijk te maskeren. En dat is op zich vrij aardig gelukt. Zeker als je kiest voor een opvallende carrosseriekleur, zoals disco groen, en opteert voor lichtmetalen wielen en de dakrails, die er een geheel eigen stijl op na houden. Al houdt de fabrikant nog de mogelijkheid open om toch behoorlijk wat spullen te vervoeren. De maximale capaciteit bedraagt liefst 2.500 liter, tegen 330 liter met alle vijf de zitplaatsen in gebruik. De Fiorino Qubo, afgeleid van het Italiaanse woord Cubo -dat vierkant betekent, is leverbaar in twee uitrustingniveaus. Aan de basis staat de Active-versie met daarboven de Dynamic-variant, die net wat meer comfortverhogende zaken biedt. Overigens komt eerstgenoemde uitvoering pas volgend jaar beschikbaar.
Verschillend karakter
Fiat schermt met zuinige motoren, maar is dat wel zo? Onder de kap heeft men keuze uit twee verschillende krachtbronnen. Aan het benzinefront zien we een 1,4-liter ‘krachtbron’ met 73 pk en de veelrijders moeten het doen met de 1.3 Multijet, goed voor 75 pk en 190 Nm aan koppel. Op papier doen beide motoren nauwelijks voor elkaar onder. Al trekt de benzinemotor niet de keien uit de straat met een koppel van 118 Nm. Bekijken we de specificaties, dan blijkt dat ook te kloppen. De sprint -of ja, sprint kunnen we het eigenlijk niet noemen- naar de 100 km/u neemt 16,2 tellen in beslag in het geval van de benzinemotor. De diesel klaart deze exercitie in 16,5 seconden. En als topsnelheid? Voor beide geldt dezelfde waarde: 155 km/u. Vergelijkbare cijfers dus, terwijl het karakter van de aggregaten danig verschilt. Verwonderlijk? Nou, nee. Verplaatst je je in de oliestoker dan is het zaak om vrij vroeg van verzet te wisselen. Het maximum koppel staat namelijk al bij 1.750 omwentelingen paraat. Doortrekken tot de hogere toerenregionen heeft dan ook geen zin, aangezien de puf er snel uit is. Dit in tegenstelling tot de benzinemotor, waarvoor het tegenovergestelde geldt. Blijf je hoog in toeren ‘hangen’, dan kun je nog best wat lol beleven in de Qubo. Tijdens maximale belasting drinkt de benzinemotor er rustig op los. Bekijken we het gemiddelde, dan kom je op een liter benzine zo’n 14 kilometer ver. De diesel daarentegen heeft al genoeg aan gemiddeld 4,6 liter op honderd kilometer (1 op 21,7).
Oefenen
Standaard zijn beide krachtbronnen gekoppeld aan een handgeschakelde vijfbak. Nee, geen zesbak. En dat hoeft ook niet, want op snelheid -in 5- wijst de toerenteller geen exorbitante waardes aan, dus met de ‘geluidsoverlast’ zit het wel goed. Ben je lui of behoor je tot een van de miljoen (?!) gelukkigen die dagelijks in de file staat, dan is misschien de zestraps Dualogic-transmissie wel een optie. In alle andere gevallen niet. Of je moet warm worden van het nóg zuinigere karakter. De gerobotiseerde handbak is overigens louter te bestellen op de dieselmotor, die hiermee elke 100 km ééntiende liter diesel minder slokt. De eerste meters met deze transmissie zul je nooit vergeten. Je moet namelijk een beetje meedenken met de bak en dan ga je de Dualogic-transmissie uiteindelijk wel waarderen. Maar dat heeft tijd nodig. Schakelt ie over en hou je het gaspedaal gevloerd dan duikt de koets overdreven voorover (zodra de bak ontkoppelt) om vervolgens na de verzetswissel weer uit zijn veren te komen. Lift je tijdens deze actie even het gas, dan gaat het allemaal stukken geleidelijker. Een kwestie van oefenen dus.
De Fiat Fiorino Qubo staat vanaf eind oktober bij de dealer. In week 43 om precies te zijn. De prijzen zijn op dit moment nog niet bekend. De Nederlandse importeur verwacht echter de 1.4 benzinemotor in Dynamic-uitvoering voor 15.750 euro van de hand te kunnen doen.
