Wist je dat de Electric Orange lakkleur voor de Focus ST een optie is? En dat terwijl deze felle verschijning eigenlijk het visitekaartje is geworden! Geen wonder dat de importeur zo’n exemplaar klaar had staan. Net als de rest van de Focus-range onderging de ST een subtiele facelift rondom. De voorzijde straalt nog meer kracht uit – de ST heeft daarenboven nog donkerder getinte koplampbehuizingen - en is op en top ‘Kinetic’, de flanken zijn ‘smooth’ en aan de achterzijde doemt een diffusor en twee verchroomde uitlaatpijpen op. Gek genoeg levert Ford naast de standaard dakspoiler nog een ST-versie tegen meerprijs. Altijd doen, het maakt het geheel juist net compleet. Het totale design is wel wat druk, dat is nou eenmaal de kracht van de designfilosofie, maar het maakt de Focus wel sprekend. Over sprekend gesproken, die gigantische ondergrille aan de voorzijde mag er wezen. Een heuze vliegenvanger!

Maar onze ST is ook een praktische vijfdeurs, misschien dat dat een reden is geweest. Naast zijn potente motor – daar komen we zo te spreken over – is dat een opvallend kenmerkende van deze ST. De entree is toegankelijk en eenmaal zittend bekruipt ons geen ingesloten gevoel. Om je heen zitten (portier)ruiten van normaal formaat, wat voor een prettig overzicht zorgt. Wel is de hemelbekleding donker uitgevoerd, ter compensatie. Het dashboard is opgetrokken uit antraciet-grijze materialen, afgewisseld met aluminiumlook strips en carbonlook in de middenconsole. Op het dashboard prijkt een extra klokkencluster, voor de olietemperatuur, oliedruk, turbodrukmeter. Geinig! Uiteraard mag een lederen ST-sportstuur niet ontbreken. De met leder beklede stoelen zijn afkomstig van Recaro; zelfs de achterbank is van die makelij. Daardoor wordt de Focus ST wel een vierzitter, maar blijkt de zit – als je niet te lang bent - ook achterin voortreffelijk, met veel ondersteuning. Zo blijven ook de achterpassagiers lang op hun plaats als het wat harder gaat, wat geen zeldzaamheid hoeft te zijn...

Want wanneer je de startknop hebt ingedrukt (een sleutel is niet meer nodig), wordt vrij snel duidelijk dat de ST meer is dan een ‘bespoilerde’ Focus. Onder de kap is er geen sprake van het modieuze downsizing, er is namelijk een 2.5 liter vijfcilinder turbomotor gehuisd. Deze ‘roffel’ is afkomstig van Volvo en past maar net dwars in de motorruimte. Maar goed, wat maakt het uit, het blok produceert 225 pk en brengt daarbij – ondersteund door het dubbele uitlaatsysteem – tot boekdelen sprekende klanken ten gehore. Wanneer je rustig rijdt – en dan voelt de ST zich ook prima thuis - klinkt er een sonore brom, maar zodra je het gaspedaal ietsje meer beroert, gromt, fluit en roffelt de vijfcilinder als geen ander. Ook na een week rijden blijft dit werkelijk verslavend. Een inhalende vrachtwagen is opeens helemaal niet vervelend. Terug van zes naar vier en gáán! Als je vol aan de bak gaat vanuit stilstand weet de Focus in z’n 2e versnelling nog gewoon voor spinnende wielen te zorgen. In 6.8 tellen zit je op de honderd en net na 240 km/u is de koek op. Ford geeft voor de sprint van 50-100 een tijd op van 6.1 seconden (in de 4e versnelling), bijna twee keer zo snel als de tweeliter benzine erover doet. Daar kun je mee thuis komen! Tijdens acceleraties voel je dat de ST na 4000 toeren er nog meer zin in krijgt. Je wordt getrakteerd op een extra duwtje. Het bewijs levert het 18 inch rubber, dat die voorwaartse drang dan niet altijd bij kan houden. Overigens moeten we wel toelichten dat de weergoden ons niet mee zaten. Wanneer je gas loslaat is het trouwens nog niet over met de pret. De uitlaat geeft acte de présence met een paar plofjes. Gezellig!

Hoe donker en aanzwepend dit oranje monster turbomotor klinkt, qua rijgedrag en wegligging gaat het er een stuk gemoedelijker aan toe. Dat dat ook voordelen heeft, is een kwestie van smaak en intentie. Natuurlijk, de ST is stevig geveerd en stuurt snaarstrak door de bochten, maar op heftige reacties kunnen we de Focus niet betrappen. Niet zo gek als je bedenkt dat de Focus-range geprezen wordt om zijn uitgebalanceerde onderstel. Veel hoeft er dus niet aan gesleuteld te worden. Het is net wat lager, wat stugger, zwaarder en scherper. Overigens kun je via de boordcomputer een ‘personal touch’ aan de stuurbekrachtiging kenbaar maken. De sportstand geniet onze voorkeur; het iets zwaardere sturen past perfect bij het potentieel van deze auto en inparkeren is nog steeds geen halszaak.

Het is over met de pret, tijd voor het prijsfestijn. Althans, voor wie 34.795 euro paraat heeft. Dan staat er een vijfdeurs Focus ST voor de deur, voorzien van moderne en luxeuze snufjes. Airco is zoals gewoonlijk standaard, net als ESP, zes airbags, radio/CD, mistlampen, (andere) verwarmbare Recarostoelen voorin en het 18 inch lichtmetaal. Handig is ook de automatisch dimmende binnenspiegel. Liefhebbers van cruisecontrol moeten we teleurstellen, daar hebben de technici (bewust?) niet aan gedacht. Ons exemplaar was verder uitgerust onder andere met automatische airco, bi-xenon, parkeersensoren achter, touchscreen DVD-navigatie, het Recaro pakket en een elektrisch verwarmde voorruit. Het drijft de basisprijs op naar 42.825 euro. Een smak geld, maar zoals gezegd begint de pret voor minder en doe je niet alleen jezelf een plezier. Een goed doel, eigenlijk! In alle gevallen heb je plezier van een fijngeslepen gespierde Focus, met een dijk van een motor, behendig als het er op aan komt, maar ook ruim en praktisch genoeg voor de boodschappen op zaterdag of een snel bezoekje aan de dierentuin met zoonlief. Op zoek naar een échte rauwdauwer? Wacht dan en spaar door voor de Focus RS. Dan is het beest helemaal los.