Renault presenteert als eerste nieuwe F1-motor

Hoewel Le Mans dit weekeinde het autosportnieuws domineert, komen er ook uit andere takken van die sport belangwekkende berichten. Zo heeft Renault, als eerste motorenfabrikant in de Formule 1, zijn nieuwe krachtbron voor volgend raceseizoen geïntroduceerd, de ENERGY F1-2014. Deze naam van deze compactere en efficiëntere krachtbron refereert aan de Energy-motoren in de personenauto’s van Renault.

Net als bij Renaults personenauto’s speelt elektrische aandrijving bij  de nieuwe F1-krachtbron een grotere rol dan ooit. Dat de naam van de Formule 1-motor, die onder meer door Red Bull en Lotus zal worden gebruikt, dezelfde is als de Energy-motoren in Renaults personenauto’s, is begrijpelijk. Ze vertonen immers veel overeenkomsten: een krachtige, relatief kleine turbomotor die zorgt voor een forse CO2-reductie en een hoger brandstofrendement.  

Nieuwe F1-regels
Dat de ENERGY F1-2014 volgens hetzelfde principe als de Energy-motoren is gebouwd, heeft te maken met nieuwe Formule 1-regelgeving. In het seizoen 2014 wordt geen gebruik meer gemaakt van 2,4-liter V8-motoren, maar komen er 1,6-liter zescilinder turbomotoren. Verder wordt directe inspuiting gebruikt en mag tijdens de race slechts 100 kg brandstof – nu is dat zo’n 170 kg – verbruikt worden. Deze maatregelen zorgen, samen met de compactere bouw, voor een 35 procent lager brandstofverbruik dan de huidige Formule 1 V8-motoren.

Doordat de V6-motor een kleinere cilinderinhoud en twee cilinders minder heeft, daalt het vermogen van 551 naar 441 kW. Dit vermogensverlies wordt zo goed als volledig gecompenseerd door het Energy Recovery System (ERS). Dit levert maximaal 120 kW elektrisch vermogen – wat wordt gehaald uit rem- en uitlaatgasenergie. Deze 120 kW is tweemaal het vermogen van het huidige KERS in Formule 1-auto’s. Door het indrukken van een knop op het stuur krijgt de Formule 1-coureur deze 120 kW voor een duur van 33 seconden (per ronde) tot zijn beschikking - nu is dat slechts 6,7 seconden.