Autoverkopen: aantallen dalen, omzet nog meer

Terwijl de autoverkopen dalen, neemt ook de gemiddelde aanschafwaarde van nieuwe auto's af.

Het wordt bijna vaste prik: de autoverkopen zijn weer gedaald. Het betekent niet alleen een kleiner volume, maar ook minder omzet. De gemiddelde aanschafwaarde daalt eveneens. Een aantal merken weet echter nog te plussen, dus er is niet alléén somber nieuws.

De daling zet zich voort. Geheel volgens de trend én de verwachtingen hebben de verkoopcijfers van nieuwe personenauto’s in ons land ook over de maand maart een fiks verlies opgeleverd. Vergeleken met maart 2012 is er een min van 31,4 procent in de autoverkopen te noteren. Over het hele jaar noteren we minus 30,4 procent.

In aantallen spreken we in de afgelopen maand maart over 35.890 verkopen en dat heeft het duo RAI/Bovag er toe aangezet de prognose bij te stellen, van 480.000 naar 410.000 over dit hele jaar. Pessimisten voorzien zelfs een totaal van beneden de 400.000. Nu valt het heel goed te verdedigen dat zo’n aantal, in een verzadigde markt als de onze, nog voldoende moet zijn om de nationale autowereld gezond te laten draaien, maar er speelt nog een andere factor een rol.

Meer kleintjes
Het half miljoen zullen we wel nooit meer halen, dat was steeds een ongelooflijke luxe. Maar de markt is veranderd. Het aantal zuinige, kleine en dus goedkope auto’s is sterk toegenomen, ten koste uiteraard van de winstmakers. In 2006 bijvoorbeeld vormden de segmenten A, B en C (zeg de klassen Ka, Fiesta en Focus, om even bij Ford te blijven) nog maar ruim de helft van de totale markt en vorig jaar was dat al zeventig procent  – en volgens een iets andere definitie zelf driekwart.

Omzetdaling
Dat betekent dat, waar de verkoopaantallen met een derde zijn gedaald, de omzet onder een veel grotere druk staat, om van winsten maar niets eens te spreken. Aan VWE en ING ontlenen we de volgende, duidelijk voor zichzelf sprekende cijfers: in 2007 werden er 505.319 nieuwe auto’s geregistreerd met een gemiddelde aanschafwaarde (incl. opties etc) van € 28.331, een totale omzet van 14,31 miljard euro. In 2011 waren dat er 555.325 met een gemiddelde prijs van € 24.176, hetgeen een omzet van 13,43 miljard betekende.

Maar vorig jaar waren het er maar 505.544 met, volgens de RAI, een gemiddelde prijs van € 25.627 en dat komt neer op een omzet van 12,95 miljard. Houden we voor het gemak dezelfde gemiddelde nieuwprijs aan (maar met het groeiende aantal kleintjes zal dat wel te optimistisch zijn) dan komen voor dit jaar op 410.000 x € 25.627 en dat is 10,51 miljard euro. Dat doet pijn, in vrijwel alle geledingen.

Glimlachje
Maar er zijn ook merken waar men met een glimlachje rondloopt. Over de maand februari waren er maar drie importeurs die absoluut gezien in de plus zaten (BMW, Mazda en Mitsubishi), de afgelopen maand zes het er wel zes: weer BMW (én Mini), Dacia, Jaguar, Land Rover en Maserati, al gaat het bij de laatste om drie auto’s tegen eentje in maart 2012. Toch een verdrievoudiging.

Maar dat zijn de enige merken met een plus, terwijl Ford, Nissan, Opel en Volvo bijna quitte speelden. Er zijn wel meer modellen met een plus (en dan noemen we alleen de stevige plussen): BMW 3-serie, 6-serie Gran Coupé, Chevrolet Orlando, Citroën DS5, Dacia Sandero én Lodgy, Fiat 500 en 500 L, Ford Focus, Honda Civic en CR-V, Kia Cee’d, Range Rover, Mazda6, Mercedes-Benz A-Klasse, Mitsubishi Space Star, Opel Adam, Peugeot 208, Porsche Boxster en Cayman, Renault Mégane, Seat Mii en Skoda Citigo (én Volkswagen Up), Subaru Forester, Toyota Auris en Prius Plus, VW Golf en tenslotte Volvo V40 én V60. Dus weer vooral nieuwe en/of kleine auto’s.

Dat zijn dan de positieve geluiden. Over de overwegend pessimistische trends deze maand maar verder even niet. Zien we met de aprilcijfers wel weer.