Werkgevers berekenen regelmatig de bijtelling onjuist door in de loonbelasting. De bijtelling wordt door de werkgever in het salaris verrekend. De werkgever gebruikt hiervoor als grondslag de consumentenprijs van de auto. Uit een steekproef onder berijders die aangesloten zijn bij de Vereniging Auto Van De Zaak blijkt dat in 5% van de gevallen een verkeerde waarde gehanteerd wordt.
De juiste waarde is de consumentenprijs van de auto op het moment dat deze nieuw geleverd wordt, inclusief fabrieksopties. In veel gevallen worden ook afleveringskosten en dealeropties meegenomen in de berekening. Het verschil tussen deze twee is overigens simpel. Als er geen BPM over geheven wordt, moet het bedrag niet meegenomen worden in de berekening voor de bijtelling.
Werkgevers zijn of onwetend, of gaan bij twijfel “op safe” waardoor zij een te hoge catalogusprijs hanteren. Als de grondslag voor de auto eenmaal bepaald is, dan blijft de werkgever deze vaak de hele looptijd hanteren. In een aantal gevallen betaalt de berijder jarenlang teveel bijtelling. Dit loopt op tot circa 250 euro netto per jaar. Het komt ook voor dat een berijder te weinig bijtelling betaalt en dan het risico loopt een naheffing te krijgen van de Belastingdienst. Om de juiste waarde te kunnen berekenen heeft de Vereniging een module op haar website gezet.
Bron: Vereniging Auto van de Zaak