Autovandaag op rijvaardigheidstraining

Zaterdag 17 februari ben ik op bezoek geweest bij Prodrive in Lelystad om een rijvaardigheidstraining te volgen. Maar

Zaterdag 17 februari ben ik op bezoek geweest bij Prodrive in Lelystad om een rijvaardigheidstraining te volgen. Maar wat houdt dat nou precies in zo’n rijvaardigheidstraining en wat is het nut van een dergelijke training? Het antwoord op deze vragen kun je hieronder in dit verslag lezen.

Door zijn jarenlange ervaring als bestuurder van de legendarische politie Porsche en zijn talloze overwinningen in de Nederlandse rallysport, is rallylegende Paul Maaskant in 1993 gestart met het geven van rijvaardigheidstrainingen. Zijn bedrijf Prodrive is sindsdien het adres waar je moet zijn om een dag plezier te hebben met je auto. Maar een rijvaardigheidstraining is zeker niet alleen maar een beetje leuk slippen en glijden met je auto, je leert er ook een hele hoop. De gedachte achter deze dag is het voorkomen van gevaarlijke situaties en wat te doen als je in een gevaarlijke situatie terecht bent gekomen. Daarnaast wordt ook nog het verschil tussen winter- en zomerbanden duidelijk gemaakt. En dat scheelt een hoop kan ik je alvast verklappen. Het mooie aan de rijvaardigheidstraining is dat je alle oefeningen in je eigen auto doet. Je leert zodoende je auto een stuk beter kennen.

De dag begint met het ontvangst in het restaurant vlak bij het circuit. Onder het genot van een kopje koffie is het wachten totdat iedereen er is zodat de theorie kan beginnen. Op deze zaterdag wordt de cursus gegeven door twee instructeurs waarvan er een wel heel erg bekend voor komt. Het blijkt Bert van der Dool te zijn, zes jaar lang presentator van autoprogramma “Zo Goed Als Nieuw” en twee jaar van “RTL Autowereld”. Na het verplichte uurtje theorie is het tijd om de baan op te gaan. In een colonne wordt er naar de nabij gelegen testbaan van de RDW gereden waar het slippen beter-leren-rijden kan beginnen. De groep waar ik deel van uit maak begint met het uitwijken op glad wegdek. Maar voordat we aan deze oefening beginnen laat Bert ons zien wat het verschil is tussen auto’s met zomerbanden en auto’s met winterbanden. Als eerste neemt Bert de Ford Mondeo op zomerbanden van een groepslid en rijdt hiermee met 40 km/h het met epoxymateriaal voorziene gedeelte (vergelijkbaar met aangestampte sneeuw) van het circuit op. Hij drukt vervolgens de rem volledig in en schuift beheerst het gehele gedeelte af en besluit aan het einde de handrem te trekken om toch nog op tijd tot stilstand te komen. Tot zover de remtest met zomerbanden. Hierna neemt Bert de BMW 7-Serie met winterbanden en doet hetzelfde kunstje nog een keer. De BMW stopt netjes op het witte vlak, zonder te slippen. De remweg op glad wegdek scheelt de helft met winterbanden zo blijkt. Na deze demonstratie kan de uitwijkoefening beginnen. Het is de bedoeling dat iedereen met een snelheid van 40 km/h het witte vlak op komt rijden waarna er automatisch een muur van water uit het wegdek omhoog komt. De muur van water stelt een onverwacht opduikende auto of voetganger voor waar je je bolide omheen moet sturen. Het verschil tussen winter en zomerbanden wordt ook hier weer duidelijk, net als het verschil tussen auto’s met en zonder ABS. Het gevolg is veel in de rondte draaiende auto’s een dikke glimlach op de gezichten van de toeschouwers en de bestuurders zelf. Subtiel sturen is de oplossing om de auto netjes om de watermuur heen te sturen, maar toch blijft iedereen in eerste instantie hard aan het stuur trekken. Er sneuvelen een hoop “voetgangers” bij deze oefening. Nadat iedereen door heeft dat subtiliteit toch echt de enige juiste manier is, wordt het volgende onderdeel bezocht, het uitwijken op een stroef wegdek.

Wederom beginnen we niet met deze oefening voordat onze instructeur ons iets duidelijk heeft gemaakt. Bert laat zien dat de lengte van de remweg bij verdubbeling van de snelheid niet twee keer zo lang wordt, zoals je misschien verwacht, maar zelfs vier keer zo lang. Staat de auto bij een snelheid van 40 km/h na een meter of 9 al stil, bij 80 km/h is de remweg ineens 36 meter. Fijn om te weten als er op de snelweg weer iemand probeert om jouw achterbumper te voorzien van een andere kleur. Na dit aanschouwt te hebben is het tijd voor de oefening. Dit maal moeten we door een aantal pylonen heen sturen. Er moet gekozen worden om links of rechts uit te wijken wat aangeven wordt door een paar LED lampjes die groen oplichten. En nu mogen we wel hard aan het stuur trekken. Leuk onderdeel bij deze oefening is de vraag van Bert of iedereen zijn of haar auto wel goed kent. Dit laat hij ons inzien door een noodstop te maken. We moeten zo dicht mogelijk bij een rij pylonen tot stilstand komen. Dat er soms gaten van wel 10 meter tussen de neus van de auto en de oranje kegels te zien zijn, geeft aan dat toch niet iedereen zijn auto zo goed kent als hij denkt.

Nadat iedereen geluncht heeft en weer hongervrij is gemaakt begint het tweede deel van de dag. De eerste oefening die op het programma staat is leren om het stuur door te geven in plaats van het aangeleerde overpakken. Achterliggende gedachte is dat de auto zo vloeiender de hoek om te krijgen is, bijvoorbeeld op een rotonde. Het tweede gedeelte van deze oefening is het leren achteruitrijden door alleen in de spiegels te kijken. Deze oefening lijkt misschien nutteloos, maar Prodrive gaat er van uit dat je altijd achteruit inparkeert omdat je daarmee veiliger weg kan rijden als je weer in je auto stapt. Het blijkt nog best lastig om de slalom met alleen het kijken in de spiegels af te werken.

En dan is het tijd voor een van de leukste oefeningen van de dag. Nou ja, eigenlijk is het geen oefening, maar meer een extra. We mogen op de vier kilometer lange kombaan rijden! De kombaan is onderdeel van de RDW testbaan en is bedoeld om een auto voor een langere periode op een constante en hoge snelheid te laten rijden. Doordat de twee bochten een hoek hebben van 60% is het mogelijk om dit voor elkaar te krijgen. Wij zullen echter niet met zeer hoge snelheid over de kombaan racen. De RDW heeft namelijk besloten dat er maar met maximaal 120 km/h over de kombaan gereden mag worden. Met een snelheid de maximumsnelheid op de teller rijden we achter Bert aan en zo komen we er achter dat, A 60% erg schuin is en dat, B je bij een snelheid van 120 km/h amper hoeft te sturen om de bocht door te komen. Het laatste rondje werken we af met een snelheid van 60 km/h en dan lijkt het alsof je met auto en al binnen no-time beneden ligt. Volgens Bert kun je een auto stil laten staan op de bovenste rijbaan van de bocht, maar erg zeker ben ik daar niet van.

Na deze speciale ervaring is het tijd voor de laatste en misschien wel leukste oefening van de dag. Het leren inzien wat het verschil is tussen onder en overstuur. Je zou het ook kunnen omschrijven als lekker glijden met je eigen auto. Terwijl we onderweg zijn naar de rotonde waar het over en onderstuur uitgelegd gaat worden besluit onze instructeur om nog wat extra’s te doen. Hij vindt het namelijk “uitermate belangrijk” dat je een auto 180 graden kan laten omdraaien als je op hoge snelheid achteruit rijdt. Waarom precies is niet helemaal duidelijk geworden, maar spectaculair is het wel!

Nadat iedereen heeft ervaren hoe het is om je auto met flinke vaart een 180 te laten maken rijden we naar de rotonde toe. Zoals gezegd gaan we het verschil tussen onderstuur (het rechtdoor glijden over de voorwielen) en overstuur (het feit dat de achterzijde van je auto de voorzijde wilt inhalen) leren. Nadat Bert heeft laten zien dat je met een voorwiel aangedreven auto ook best kunt driften en demonstreert wat onderstuur is, geeft hij ook nog een klein show weg met een achterwiel aangedreven auto. Doordat de oefening op een rotonde uitgevoerd wordt die ook weer is voorzien van een epoxylaag, zien we dat het mogelijk is om de cirkel in een drift te voltooien. Vervolgens is het aan ons zelf om te voelen wanneer de auto in onder of overstuur komt. Onderstuur hebben we snel door en rest van de tijd vult iedereen met het proberen om de auto in een drift te krijgen. Bert vindt het allemaal schitterend en geeft ons nog wat extra tips om de achterkant om te krijgen. De Audi A6 quattro die ik bij me had liet zien dat je met vierwielaandrijving op glad wegdek bijna oneindig veel grip hebt. Zeker met de winterbanden die hier ook nog eens onder liggen.

Inmiddels is het vijf uur geworden en zit het er op voor vandaag. De cursus wordt afgesloten in het restaurant met het overhandigen van een certificaat. Uit de reacties van de deelnemers is op te maken dat het een fantastische dag is geweest voor iedereen en er wordt tevreden huiswaarts gekeerd.

Maar is deze cursus nu echt nuttig geweest? Ja. Ik vind van wel in ieder geval. Je leert je auto een stuk beter kennen en dat is alleen maar positief. Paul Maaskant vindt zelfs dat het voor iedereen verplicht zou moeten zijn om een dergelijke cursus te doen vlak na het behalen van het rijbewijs. Ik sluit me hier volkomen bij aan, het zou daardoor wel eens een stuk veiliger kunnen worden op de weg.